Vaarroute Leidsevaart – Ringvaart
Rijnlandse vaarroutes | Circa 60 km
Probeer Waterkaarten 7 dagen gratis
Deze prachtige route start bij de Grote Sluis in Spaarndam. Uiteraard kunt u ook starten op de andere punten.
Route en knooppunten:
- Grote Sluis te Spaarndam
- Gemeenlandshuis Rijnland te Spaarndam
- Boezemgemaal Spaarndam
- De Mooie Nel
- Het Spaarne
- Molen De Adriaan
- Gemaal De Cruquius
- Stadsvrachten in Haarlem
- Buitenplaatsen
- Zwaanshoek
- De Lisserpoelmolen
- Gemaal De Leeghwater
- De Kagerplassen
- De Nieuwe Hofmolen in Warmond
- Zwanburgpolder
- Het Oestgeesterkanaal
- De Haarlemmertrekvaart
- De Klinkenbergerplas
- Hoop doet Leven
- De Leidsevaart
- Bollenteelt en peilbeheer
- Waterkwaliteit
- Meer buitenplaatsen
- Pompstation Leyduin/ Drinkwatermuseum
- Afdamming
- Boezemfuncties
- De Nieuwe Gracht
1 Grote Sluis te Spaarndam
Vroeger was de Grote Sluis de scheiding tussen het Spaarne en het IJ. Tegenwoordig scheidt de sluis het Spaarne en Zijkanaal C. Doordat Zijkanaal C rechtstreeks in verbinding staat met het Noordzeekanaal is het water hier zilt. Ziet u het verschil in waterpeil? Het waterpeil in Zijkanaal C is 40 centimeter onder NAP. Het Spaarne staat op 61 tot 64 centimeter onder NAP. De sluis behoudt het veilige waterpeil en voorkomt dat er een teveel aan zout water binnendringt. Zowel de recreatievaart als de beroepsvaart vaart via de Grote Sluis van het Noordzeekanaal richting Haarlem en Leiden.
2 Gemeenlandshuis Rijnland te Spaarndam
Dit monument was vroeger een belangrijke vergaderplaats van het bestuur van Rijnland. Tegelijkertijd was dit het woonhuis voor de opziener die toezicht hield op de dam, de dijk en de sluizen. Boven de torenkamer hangt een klokje. Deze noodklok werd geluid als er overstromingen dreigden door stormvloed. De mannen uit Spaarndam kwamen dan bijeen om de Spaarndammerdijk twee aan twee te bewaken. Het huidige gebouw stamt uit 1641. In die tijd was de Spaarndammerdijk een onderdeel van de zeewering langs het IJ. Pas na afsluiting van het IJ (1872) en de aanleg van het Noordzeekanaal (1876) werd de dreiging van het water weggenomen.
3 Boezemgemaal Spaarndam
Met grote houten schoepraderen voert boezemgemaal Spaarndam overtollig water uit Rijnland af naar het Noordzeekanaal. Het gemaal werd in 1844 gebouwd in opdracht van de Commissie van Beheer en Toezicht over de Droogmaking van het Haarlemmermeer. Aanvankelijk werden de schoepraderen aangedreven met stoommachines. De dieselmotoren die het in 1936 overnamen zijn in 2018 vervangen door elektromotoren met een vermogen van 1920 kuub per minuut. Naast het gemaal bevindt zich een vispassage die ervoor zorgt dat het gemaal geen barrière meer vormt voor vissen vanaf het Noordzeekanaal willen migreren naar Rijnlands gebied.
Boezemgemaal Spaarndam is één van de vier boezemgemalen van Rijnland. De andere boezemgemalen staan in Halfweg, Katwijk en Gouda. Samen spelen deze gemalen een hoofdrol in het peilbeheer van Rijnland. Het is zo dat binnen Rijnlands gebied ongeveer 200 polders liggen met elk een eigen waterpeil. Als de polders te veel water hebben, malen poldergemalen overtollig water naar de boezem. Dit is het grootste aaneengesloten waterlichaam in Rijnlands gebied. Het is dus een groot waterbekken, niet gescheiden door sluizen, dijken andere keringen. Raakt de boezem te vol, dan pompen de vier boezemgemalen water naar het buitenwater. De boezemgemalen Spaarndam en Halfweg pompen water naar het Noordzeekanaal. Boezemgemaal Katwijk pompt naar de Noordzee en Boezemgemaal Gouda naar de Hollandse IJssel.
4 De Mooie Nel
Aan BZ ligt de Mooie Nel. Oorspronkelijk stond dit meer bekend als ‘Mooien Hel’, maar deze naam verbasterde in de loop der tijd tot Mooie Nel. Mooi is ze zeker, want vissers, zeilers en andere watersporters genieten hier volop. De Mooie Nel gaat over in de Liede, een oud veenriviertje dat ooit het Spaarne verbond met het Haarlemmermeer. Alleen lage boten tot circa 60 centimeter kunnen verderop onder de fietsbrug door. Wij blijven op het Spaarne en varen verder richting Haarlem.
5 Het Spaarne
Oorspronkelijk was het Spaarne een verbinding tussen het Haarlemmermeer en het IJ. Ook na de aanleg van de Spaarndammerdijk (als bescherming tegen water van het IJ) bleef het Spaarne een belangrijke scheepvaartroute. Daarnaast is het Spaarne belangrijk voor de afwatering van het boezemwater in het noordelijke beheergebied van Rijnland. Al varend door het Haarlemse Spaarne passeren we elf bruggen, waarvan één spoorbrug. Gaandeweg verandert de naam van het Spaarne. In Spaarndam beginnen we op het Noorder Buiten Spaarne, in het centrum wordt dat het Binnen Spaarne en na de Langebrug tot aan de Ringvaart heet deze oude rivier Zuider Buiten Spaarne. Het Spaarne is onderdeel van Rijnlands boezem.
6 Molen De Adriaan
Deze prachtige windmolen is al sinds 1778 bepalend voor de Haarlemse skyline. De geschiedenis van Haarlem begint zo’n duizend jaar geleden. De gunstige ligging aan het Spaarne en de oude landweg door Holland bracht de stad welvaart. Grachten, muren en torens werden gebouwd ter verdediging. De Adriaan is gebouwd op de resten van de Goê Vrouwtoren, een oude verdedigingstoren. Hij werd gebouwd door de Amsterdamse ondernemer Adriaan de Boois, die er jarenlang turfsteen tot tras maalde. Latere eigenaren maalden er onder andere tabak en koren. Op zaterdagmiddag 23 april 1932 was heel Haarlem in rep en roer. De Adriaan stond in brand! Ondanks snel optreden van de Haarlemse brandweer bleef van de molen maar weinig over. De Haarlemmers lieten het er niet bij zitten. Al een dag na de brand organiseerden ze een inzamelingsactie voor een nieuwe Adriaan. In 2002, zeventig jaar later, is het eindelijk zover. Haarlem heeft zijn Adriaan terug.
7 Gemaal De Cruquius
Inmiddels zijn we aangekomen op de Ringvaart, ofwel de vaart die de Haarlemmermeerpolder omringt. Aan BZ zie je het oude Cruquiusgemaal uit 1849. Nicolaus Samuelis Cruquius was een Nederlands landmeter, waterbouwkundig plannenmaker, cartograaf en astronoom. Al in de zeventiende eeuw presenteerde hij een plan voor de droogmaking van het Haarlemmermeer. Het duurde echter nog tot 1836, toen Amsterdam bedreigd werd door een storm, dat Koning Willem 1 besloot dat de Haarlemmermeer drooggemalen moest worden. Dit gebeurde volgens het plan van Cruquius, met één groot verschil. Cruquius had bedacht om 120 windmolens in te zetten. Inmiddels was echter de industriële revolutie op gang gekomen en met hulp van de Britten, werd het gemaal in 1846 voorzien van drie grote stoommachines. Het Cruquius is een van de drie gemalen waarmee de Haarlemmermeer tussen 1849 en 1852 is drooggepompt. De andere twee gemalen waarmee dit gebeurde zijn De Leeghwater in Buitenkaag en De Lynden in Lijnden. In het monumentale Cruquius vind je Haarlemmermeermuseum De Cruquius. Zeker een bezoekje waard!
We varen verder onder de Cruquiusbrug door en gaan over de Ringvaart richting Bennebroek en Hillegom. Over ons heen loopt de N201 van Heemstede naar Hoofddorp.
8 Stadsvrachten in Haarlem
Langs deze doorgaande route over de Ringvaart zien we verschillende zand- en grindhandelaren. De grondstoffen worden aangevoerd met beunschepen, gelost over de weg heen en vervolgens op het terrein verwerkt. Geef deze schippers de ruimte, want het is voor hen een hele uitdaging om te manoeuvreren over het bochtige Spaarne van Haarlem.
9 Buitenplaatsen
Op deze hoogte ligt het Bennebroekerbos. Iets westelijker liggen de Hartekamp, Leyduin, Vinkenduin en Woestduin. Deze buitenplaatsen in Zuid-Kennemerland en de IJmond liggen in een prachtig landschap met zee, strand, duinen, bossen en open gebieden. De meeste buitenplaatsen zijn in de zeventiende tot en met de negentiende eeuw aangelegd door mensen van gegoede families en rijke kooplieden. Zij verruilden ’s zomers de niet zo schone stad voor hun landgoed of buitenplaats. Vanaf de Ringvaart lopen verschillende kleinere vaarten richting de duinen. Deze kanaaltjes en vaartjes werden gebruikt om de inboedel en andere goederen van de eigenaren te brengen en te halen. Vervoer over water was toen vaak gemakkelijker en vanzelfsprekender dan over de weg.
10 RWZI Zwaanshoek
Aan BZ zien we rioolwaterzuivering Zwaanshoek. Deze RWZI (of rioolwaterzuiveringsinstallatie) kan het afvalwater van 203.000 inwoners zuiveren. Door heel Rijnland staan zuiveringen waar Rijnland het afvalwater van huishoudens en bedrijven zuivert. Onder huishoudelijk afvalwater valt het water dat we wegspoelen via het toilet, maar bijvoorbeeld ook water dat we gebruiken in de keuken, douchewater en water van de wasmachine. Via het gemeenteriool komt al dit water op de waterzuivering. Hier wordt het in een aantal stappen zodanig behandeld dat het veilig naar het boezemwater kan. Rijnland moderniseert de installaties naar de nieuwste normen. Hierdoor neemt de capaciteit en effectiviteit van de installaties toe. Het boezemwater wordt steeds schoner. Natuur en watersporter profiteren beiden.
We varen nog een stukje verder richting het zuiden over de Ringvaart. Leuk is dat de Ringvaart onderdeel uitmaakt van de ‘Staande Mast Route’. Deze doorgaande vaarroute is geschikt voor zeil- en motorboten met een masthoogte of opbouw van meer dan zes meter. De route loopt van het Zeeuwse Breskens via Amsterdam en het IJsselmeer tot Delfzijl in oost Groningen. De route is zowel voor de beroepsvaart als de recreatievaart een veilig alternatief voor de tocht buitenom over de Noordzee. Binnen Rijnland loopt de route vanaf het Noordzeekanaal via de Grote Sluis in Spaarndam, door Haarlem (het Spaarne), naar Cruquius, Bennebroek, Hillegom en verder zuidelijk.
11 De Lisserpoelmolen
We varen inmiddels ter hoogte van Lisse en Sassenheim. De poldermolen aan SZ is de Lisserpoelmolen. Hij werd gebouwd in 1676 en is nog altijd inzetbaar. Bijvoorbeeld bij extreme wateroverlast of wanneer het gemaal niet functioneert. Bij de bouw werd de molen uitgerust met een vijzel; een lange draaiende schroef die water van laag naar hoog verplaatst. De keuze voor een vijzel was destijds bijzonder, want vrijwel alle poldermolens werden toen nog uitgerust met een scheprad. De ‘Lisserpoel’ is nu wereldwijd de oudste nog bestaande poldermolen die al vanaf de bouw werd uitgerust met een vijzel. De vijzel is elf meter lang en de molen wordt in bedrijf gehouden door een vrijwillig molenaar.
De Rijnlandse Molenstichting zorgt ervoor dat de molen in goede staat blijft. Deze stichting, werkzaam in Rijnlands gebied, bezit 46 poldermolens. Dit zijn allemaal rijksmonumenten die nog steeds kunnen malen. De meesten fungeren dan ook als hulpgemaal. Als het water te hoog komt helpen ze mee om overtollig water uit de polder te pompen. Zo houden we onze voeten droog!
12 Gemaal De Leeghwater
Voordat we aan SZ de Kagerplassen opvaren zien we aan BZ gemaal De Leeghwater. De Leeghwater is het oudste van de drie gemalen waarmee de Haarlemmermeer is drooggemalen. De bouw was klaar 1845 en in 1848 werd het gemaal echt in gebruik genomen. Tegenwoordig wordt De Leeghwater jaarlijks nog maar zo’n 600 uur ingezet. Het gemaal draait namelijk alleen als de andere gemalen in de Haarlemmermeer het water niet meer kunnen afvoeren. Ook wordt het gemaal niet meer aangedreven met stoom, want sinds 1912 drijven twee dieselmotoren het gemaal aan. Deze motoren kunnen samen ongeveer 590 m3 water per minuut verplaatsen. Van het originele gemaal De Leeghwater is helaas weinig meer te herkennen. De neogotische stijl is bij verbouwingen verloren gegaan.
Complexe waterhuishouding
Op deze plek is het ook interessant om even stil te staan bij de waterhuishouding van de Haarlemmermeer. Met een oppervlakte van ongeveer 18.000 hectare is de Haarlemmermeer de grootste polder binnen Rijnland. Het diepste punt ligt op -6,80 NAP. Dat de waterhuishouding in deze polder de constante aandacht van het waterschap vraagt is niet voor niets. We vinden hier onder ander veel landbouw, maar ook bloemen- en bollenteelt. Vanwege alle verschillende gebiedsfuncties bestaat de Haarlemmermeerpolder uit meerdere peilvakken die allemaal met elkaar in verbinding staan. Doordat elk peilvak een eigen waterpeil heeft, kunnen overal verschillende gewassen verbouwd worden. De polder wordt bemalen door gemaal Lijnden in Lijnden, gemaal Koning Willem I in Vijfhuizen en, indien nodig, door De Leeghwater.
Zout kwel tegengaan
Dat er voldoende zoetwater is in de Haarlemmermeer is niet vanzelfsprekend. Om aan de zoetwatervraag te voldoen wordt op tal van inlaatpunten water vanuit de Ringvaart het gebied ingelaten. Een andere reden voor het inlaten van zoetwater is dat er zout kwel vanuit de bodem omhoogkomt. De druk van de stijgende zeespiegel verergert dit probleem en de meeste gewassen verdragen dit slecht. Ingelaten zoetwater biedt tegendruk aan opdringend kwel en wordt bovendien gebruikt om de polder door te spoelen.
13 De Kagerplassen
Inmiddels varen we op de Kagerplassen. Van zuidwest naar noordoost zijn dit: ’t Joppe, de Spriet, de Laeck, de Warckerleede, Zweiland, het Norremeer, de Eijmerspoel, de Dieperpoel, Spijkerboor en Kever. Ook de vijf kleine plassen ten oosten en zuiden van de hoofdplassen horen bij de Kagerplassen. Zwemmers, surfers, zeilers en vissers zijn dol op dit gebied. Verder zien we op de Kagerplassen een tiental eilandjes die voor de bemaling elk een eigen molen hebben. Veel Hollandser wordt het landschap niet met al die molens! Vanaf de vele woonboten moet het geheel er wel prachtig uitzien.
Behalve voor droge voeten zet Rijnland zich ook in voor de waterkwaliteit, dus voor schoon en gezond water. Dat het op de Kagerplassen lastig is om een optimale waterkwaliteit te bereiken heeft verschillende oorzaken. Net als het Spaarne en de Ringvaart, behoren de Kagerplassen tot de boezem van Rijnland. De verblijftijd van het water is soms kort en er wordt continu gebiedsvreemd water ingelaten. Water vanuit verschillende polders vermengt zich dus met water van de Kagerplassen.
14 De Nieuwe Hofmolen in Warmond
Hier aan SZ ligt de Hofpolder met daarin de Nieuwe Hofmolen. De naam van de molen doet al vermoeden dat hier ooit een andere molen heeft gestaan. En dat klopt. De vorige molen werd in de hongerwinter van 1944-1945 in één nacht gesloopt voor brandhout. De daders werden gepakt en het hout verdween in de kachels van de gaarkeuken. De Nieuwe Hofmolen kan nog altijd dienstdoen. Bijvoorbeeld bij extreme wateroverlast of als het gemaal niet functioneert. De molen heeft een opvoerhoogte van 140 centimeter. De Hofpolder die hij bemaalt beslaat 28 hectare.
15 Zwanburgpolder
Aan BZ ligt de Zwanburgpolder van ongeveer 84 hectare. Naast de prachtige Zwanburgermolen (1805) staat het meer recente (2009) poldergemaal van Rijnland. Dit gemaal heeft een vijzel en een maximale capaciteit van 12,5 m3 per minuut. Via dit visvriendelijke gemaal kunnen vissen hier veilig migreren. Dit komt de visstand ten goede en gaat prachtig samen met de inspanningen voor schoon water en aandacht voor het herstel van biodiversiteit. Bij nieuwbouw of renovatie van bestaande gemalen kijkt Rijnland steeds hoe er zo visvriendelijk mogelijk kan worden gebouwd.
Verder varend komen we aan op de Warmonderlee bij het dorp Warmond. Lee is een ander woord voor afwatering, het is een gegraven afwateringssloot. Gezien de ligging van het dorp is het niet verwonderlijk dat er hier veel watersportcentra, jachthavens en scheepswerven te vinden zijn. We varen verder onder de spoorbrug door.
16 Het Oestgeesterkanaal
Hier op de splitsing van verschillende waterwegen moeten we even goed opletten. We varen het Oegstgeesterkanaal op. Dit is de tweede afslag aan SZ. Het Oegstgeesterkanaal loopt door naar Katwijk aan Zee en eindigt na ruim 6 kilometer bij het boezemgemaal Koning Willem-Alexander, beter bekend als boezemgemaal Katwijk. Dit is een van de vier Rijnlandse boezemgemalen die het teveel aan boezemwater uitslaan. Dit gemaal doet dat rechtstreeks naar de Noordzee, maar zo ver varen wij nu niet.
17 De Haarlemmertrekvaart
Na ongeveer 400 meter varen we aan SZ het Leidse Gat in. Zo vervolgen we onze tocht over de Haarlemmertrekvaart in noordelijke richting. De Haarlemmertrekvaart werd in 1657 aangelegd om Leiden en Haarlem met elkaar te verbinden. Zo werd de vaart onderdeel van een netwerk van verbindingen. Volgens een vaste dienstregeling werden met deze ‘Intercity van de Gouden Eeuw’ twee eeuwen lang miljoenen reizigers vervoerd. Tegen het midden van de negentiende eeuw streefde de trein de trekschuit voorbij. Vandaag de dag zien we hier volop vaarverkeer. Pas de vaarsnelheid dus aan en houd rekening met elkaar. Vooral rondvaartboten hebben wat meer ruimte nodig om bochten te maken.
18 De Klinkenbergerplas
Aan SZ ligt de Klinkenbergerplas. Feitelijk bestaat deze plas uit een grote en een kleine plas die beiden niet over het water bereikbaar zijn. De plas is ontstaan door zandwinning en is later ingericht voor recreatie. Helaas wordt de plas nogal eens geplaagd door blauwalg. Als dit het geval is mag er niet gezwommen worden. Zowel mensen als honden kunnen ziek worden van blauwalgen. Van 2015 tot 2019 vonden in deze en andere plassen pilots plaats waarbij blauwalg bestreden werd met kleine en onschadelijke hoeveelheden waterstofperoxide. Deze methode bleek effectief, maar het effect hield niet altijd lang genoeg aan. Daarom gaat Rijnland in nauwe samenwerking met betrokken gemeenten op zoek naar alternatieve maatregelen.
19 Hoop doet Leven
Hier in de Elsgeesterpolder staat de molen ‘Hoop doet Leven’. Hoewel deze molen gebouwd werd in 1783 staat hij hier pas sinds 1999. Oorspronkelijk stond hij nabij de bloemenveiling Rijnsburg. Hij is verplaatst omdat hij door uitbreidingsplannen van de veiling ingebouwd dreigde te worden. Leuk detail: de overdracht van de molen aan de Rijnlandse Molenstichting vond plaats op het moment dat de molen een halve meter boven zijn nieuwe plek hing. De molen was toen geen onroerend goed en viel daarmee onder een gunstiger belastingtarief. Net als veel andere molens is Hoop doet Leven maalvaardig en kan hij worden ingezet indien nodig.
20 De Leidsevaart
De Leidsevaart is ongeveer 30 kilometer lang. De naam van de trekvaart varieert. Het Leidse deel wordt Haarlemmertrekvaart genoemd, het Haarlemse deel Leidse trekvaart. Sinds 1822 wordt ook wel de meer algemene naam Leidsevaart gebruikt. Zoals gezegd werd deze vaart tussen Leiden en Haarlem in 1657 gegraven. Hiervoor werkten 1500 mannen zich in het zweet. Zij konden de klus binnen een jaar klaren doordat ook reeds bestaande watergangen werden opgenomen in het tracé. Tot de komst van de trein rond het midden van de 19e eeuw, was de trekschuit de meest voorkomende vorm van openbaar vervoer. Later werd de trekvaart zowel voor goederenvervoer als voor de waterbeheersing een belangrijke ader in de Bollenstreek. De Leidsevaart maakt ook deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur in de Duin- en Bollenstreek.
21 Bollenteelt en peilbeheer
De Leidsevaart voert ons door de bollenstreek. Hier worden vooral veel hyacinten, tulpen en narcissen geteeld. De bollenteelt in deze regio begon ooit ten westen van Haarlem. Aan het begin van de negentiende eeuw nam de teelt echter een enorme vlucht. Er werd uitgeweken richting Heemstede en Bennebroek, later naar Hillegom, Lisse, Sassenheim, Voorhout, Warmond, Noordwijkerhout en Noordwijk. Ook de boeren hier stapten over op bloembollenteelt. De massaproductie van bloembollen kwam pas goed op gang nadat in 1880 het stoomgemaal bij Katwijk in gebruik was genomen. Hierdoor kon de waterstand beter gereguleerd worden. Ook nu nog luistert het waterpeil in de sloten bijzonder nauw. De bollen verlangen niet alleen per soort, maar zelfs per seizoen een exact waterpeil. Daarom zijn er tal van peilvakken met elk weer hun eigen bemaling. Het peilbeheer vergt constante aandacht van de peilbeheerders van Rijnland. Zij doen hun werk in samenspraak met de bollentelers.
22 Waterkwaliteit
Over het algemeen is de waterkwaliteit in de boezem behoorlijk verbeterd. Dat is ook te zien aan het doorzicht in het water. Doordat zonlicht tot de bodem doordringt kunnen waterplanten weer groeien. Begroeiing van de bodem gaat opwerveling van bagger tegen. De waterplanten bieden ook een onderkomen aan vele waterinsecten en hun larven. Verder vinden allerlei vissoorten er hun beschutting, voedsel en kraamkamers. In het relatief kalme water van de Leidsevaart zie je langs de oevers regelmatig fraaie moerasplanten zoals de otterbloem, gele lis, kattenstaart, zwanenbloem, waterzuring, de lisdodde en nog veel meer. Ook waterlelie en gele plomp komen veel voor. Al met al is de Leidsevaart een prachtige co-creatie van de mens en de natuur. Rijnland ziet nauwkeurig toe op een verantwoord beheer van watergangen zoals deze. Wanneer moeten de waterplanten worden gemaaid en op welk moment moet er worden gebaggerd? Slim beheer draagt bij aan voldoende en schoon oppervlaktewater.
23 Meer buitenplaatsen
Op deze hoogte liggen aan SZ de Hartekamp en Huis te Manpad. Dit zijn enkele van de eerder besproken landgoederen van de welgestelden van weleer. Aan BZ liggen Leyduin, Vinkenduin en Woestduin. Richting Haarlem komen we nog meer buitenplaatsen tegen. Ter hoogte van Heemstede zien we eerst Ipenrode en Berkenrode. Niet alle buitenplaatsen zijn vrij toegankelijk, maar mocht de gelegenheid zich voordoen: ze zijn zeker een bezoekje waard!
24 Pompstation Leyduin/ Drinkwatermuseum
Het gebouw aan BZ is het oude pompstation Leyduin van de voormalige Amsterdamsche Duinwater Maatschappij. Het stamt uit 1853 en werd gebruikt om water uit de duinen bij Leyduin naar Amsterdam te pompen. Tegenwoordig vind je hier het Bedrijfsmuseum Waternet Heemstede, beter bekend als het Drinkwatermuseum. In dit museum leer je van alles over de drinkwatervoorziening, van 1853 tot nu. Achter het museum ligt het terrein waarop Waternet nu water uit de waterleidingduinen, zuivert tot drinkwaterkwaliteit. Hoewel Rijnland geen drinkwater produceert, delen we met Waternet de zorg om schoon en kwalitatief goed oppervlaktewater. Daarmee zijn we partners in de waterketen.
25 Afdamming
In het betonnen fundament van de voetgangers- en fietsbrug waar we nu onderdoor varen zijn sponningen te zien. Door stalen balken in de sponningen te plaatsen kan de Leidsevaart worden afgesloten. Dit is slim bij calamiteiten zoals overstromingen. Door het water tegen te houden kunnen waterschade en vervuilingen worden voorkomen. In 2018 gebruikte Rijnland deze afdamming om de instroom van zilt water vanuit Spaarndam en Haarlem richting de bollenstreek te beperken. Deze maatregel was nodig vanwege de droogte. De boezem wordt continue doorgespoeld met zoetwater. Als er een zoetwatertekort is loopt het zoutgehalte in het water op. De afdamming op deze plek houdt dit proces tegen en is slechts een van de vele compartimenteringswerken van Rijnland.
We varen verder in noordelijke richting. Zo komen we via Heemstede in Haarlem. De Leidsevaart verandert ondertussen van een watergang in landelijk gebied naar een door kademuren ingesloten vaart in stedelijke omgeving. Aan BZ staat de Kathedrale basiliek Sint Bavo.
26 Boezemfuncties
Net als de Leidsevaart behoren de grachten van Haarlem tot de Rijnlands boezem. De Kagerplassen waar we zijn geweest, de Ringvaart en het Spaarne maken ook deel uit van die boezem. Het waterpeil in de boezem varieert van -0,61 tot -0,64 NAP. De boezem heeft meer dan één functie. Hij wordt niet alleen gebruikt om overtollig water uit de polders af te voeren naar het buitenwater, hij wordt ook gebruikt als zoetwatervoorraad. In droge tijden leidt Rijnland water vanuit de boezem naar de verschillende polders. De kunst is om geen zoet water weg te pompen uit de boezem terwijl je dit een week later misschien wel hard nodig hebt. Rijnland heeft een team van peilbeheerders en watersysteembeheerders die samen zorgdragen voor een optimaal peilbeheer. Het weer in de gaten houden en vooruitdenken is voor hen heel belangrijk.
27 De Nieuwe Gracht
Hier varen we aan SZ de Nieuwe Gracht op. Hier kunnen we linksaf naar Spaarndam waar we de route zijn begonnen of rechtsaf, weer richting Ringvaart.
In samenwerking met: Hoogheemraadschap van Rijnland en Sloepennetwerk
Meer vaarroutes van Waterkaarten? Ontdek ze hier!