< Terug naar nieuws

Radar-B uit zicht

20 juli 2025 om 07:00

Op een groot aantal Nederlandse binnenwateren en vaarwegen is het bij slecht zicht alleen toegestaan te varen met een goedgekeurde radarinstallatie en de schipper moet een speciaal diploma hebben.

Dergelijke installaties zijn te groot en te zwaar voor de meeste jachten. En niet alleen voor jachten, maar bijvoorbeeld ook voor de kleinere reddingsboten van de KNRM, of de snelle ribs die de politie, marine en bedrijven veel gebruiken.

Als hier verder gesproken wordt over de pleziervaart, worden in dit verband ook de andere gebruikers van radar met kleine vaartuigen bedoeld.

Geen goedgekeurde radar voor de pleziervaart

Voor de pleziervaart bestaan er geen goedgekeurde radarsystemen en daardoor komt de genoemde regel er op neer dat de pleziervaart op de in het Binnenvaart Politiereglement (BPR) genoemde vaarwegen niet mag varen bij slecht zicht.

Als men tijdens het varen op deze wateren wordt overvallen door slecht zicht, dan moet men een veilig heenkomen zoeken buiten de vaarweg en daar afwachten tot het zicht weer beter wordt.

Op open zee geldt deze beperking niet. En omdat jachtenradars steeds beter worden, vinden velen dit maar een onlogische beperking. Volgens sommigen zijn de moderne jachtenradars soms zelfs beter of toch zeker vergelijkbaar met de professionele apparatuur.

Onderzoek naar eisen voor Radar-B

Samen met het ministerie hebben deskundigen en vertegenwoordigers van de recreatievaart in een werkgroep onderzocht of, en zo ja onder welke voorwaarden, het mogelijk zou zijn deze regel aan te passen. Zo heeft de werkgroep een voorstel gedaan van eisen waaraan een Radar-B zou moeten voldoen.

Uit onderzoek van TNO bleek echter dat moderne jachtenradars, ook aangeduid als Radar-B, niet zo goed presteren als goedgekeurde professionele apparatuur én niet voldoen aan de door de werkgroep voorgestelde eisen. Al in 2022 heeft de minister hierover de kamer geïnformeerd.

Uit de bevindingen van TNO blijkt dat de nieuwe techniek van ‘beam sharpening’ het wellicht wel mogelijk maakt om aan de voorgestelde eisen van de werkgroep te voldoen, maar TNO vond geen bewijs dat onder alle omstandigheden deze techniek voldoende details kan onderscheiden en er dus wel aan de eisen kan worden voldaan.

TNO suggereerde daarom alternatieve eisen waaraan B-radars wel kunnen voldoen, en die naar de mening van TNO voor de pleziervaart voldoende veilig zijn.

Toestaan zou kunnen leiden tot meer risico’s

De minister schrijft in zijn – naar nu blijkt – laatste kamerbrief van 3 juni aan de Tweede Kamer dat hij na afweging van alle belangen en informatie tot de conclusie is gekomen dat het toestaan van Radar-B kan leiden tot meer risico’s. Daarom heeft hij besloten om Radar-B niet toe te staan als gecertificeerd navigatiemiddel bij slecht zicht. Voor hulpdiensten in het geval van calamiteiten was en blijft het varen bij slecht zicht wel toegestaan.

Het belangrijkste argument voor de minister om Radar-B definitief niet toe te staan is dat men vreest voor een toename van vaarweggebruikers bij slecht zicht en dat daardoor de veiligheid voor alle vaarweggebruikers afneemt. De minister geeft wel aan dat er meer aandacht komt voor heldere voorlichting en verduidelijking van de regelgeving op dit punt.