< Terug naar routes

Varen in Midden- en Zuid-Frankrijk

Lezersverslag deel 2 | Circa 1330 km

Probeer Waterkaarten 7 dagen gratis

Klaar om te varen? Download Waterkaarten hieronder voor Apple, Google of Windows. De eerste 7 dagen zijn gratis, zonder verdere verplichtingen.

Vorig jaar vertelden Waterkaarten-gebruikers Marisca en Erik-Jan over hun droomreis van België naar Frankrijk uit datzelfde jaar, met hun Paviljoentjalk ‘Onderneming’ uit 1896. Vijf maanden na deel één gaat de droomreis verder, in dit tweede deel van het vaarverslag.

Het vervolg op “we laten onze droom varen”

Ons verslag stopte vorig jaar op het moment dat we op de Saône voeren.

Ook de Saône is een prachtige rivier om te bevaren. Na heel veel ‘kanaal’ was het een verademing om weer op een rivier te varen. Groot, veel ruimte, stroom mee, weinig sluizen. Heerlijk.

Na een fantastische stop in onder andere Chalon sur Saône, via de grote sluizen, waar een reddingsvest verplicht is, door naar Macon en vervolgens het mooie Lyon, waar we een week zijn gebleven (en familie op bezoek kwam die onderweg waren naar Spanje).

Ontmoetingen op het water

Lyon is echt de moeite waard. We zijn er vroeger tientallen keren met de auto omheen gereden, maar nog nooit het centrum bezocht.

Na Lyon gaan we de Rhône op. (Tip: na de haven van Lyon, bij de splitsing net even terug naar boven de andere arm in, ligt een voordelige Avia-pomp aan het water.)

Dit gaat met de stroom mee natuurlijk prima. Leuke aanlegplekken en plaatsen zoals Condrieu, Andance, Tournon, Valence (voordelig tanken) en Viviers.

Onderweg komen we een aantal keer twee jonge kanoërs tegen, Chloë en Matthieu, die voor een schoolproject voor het goede doel van Dijon naar de Middellandse Zee kanoën.

Uiteindelijk spreken we af een stukje voorbij Viviers dat ze met ons meereizen naar Avignon. Kano op de roof, Chloë en Matthieu aan boord, goed voorzien van eten en drinken, want ze hadden niet veel aan boord en waren al wat kilootjes kwijt (iets wat ons helaas nog niet gelukt is).

Kano aan boord met Chloë en Matthieu

Leuke trip met een aantal sluizen, en in Avignon gaan ze van boord om te overnachten op een camping. Daarna moesten ze weer op eigen kracht verder. We zijn uiteindelijk (met foto) nog op de regionale tv-omroep van Dijon geraakt, waarin zij verslag deden van hun reis. We hebben tot op de dag van vandaag contact met hen.

Een maandje liggen

Na Avignon de Petit Rhône op naar het Canal du Rhône à Sète. Het ene nog mooier dan het andere (Camargue Regio). We doen daarna Aigues-Mortes aan, een prachtige vestingstad, met het bijbootje naar Grau-du-Roi en over de diverse kleine etangs.

Canal du Rhône à Sète

We passeren Frontignan en we varen daarna over het unieke Étang de Thau voor we op Canal du Midi aankomen. Via de bekende ronde sluis op de Canal du Midi varen we de l’Hérault op.

Vanaf de Hérault doen we ongeveer een stukje van 5 à 6 kilometer over de Middellandse Zee naar de zeehaven van Agde (Grand Port du Cap d’Agde). Hier blijven we een maandje liggen omdat er veel familie en vrienden in deze streek (Marseillan, Agde, Vias) op vakantie zijn en allemaal gezellig op de koffie komen.

Op naar de winterbestemming

Eind september varen we met wat familie aan boord terug naar het Canal du Midi om verder te varen naar onze winterbestemming voor 2024: Castelnaudary.

Ronde sluis Canal du Midi

We bezoeken Béziers, doen de zeven-trapsluis Fonseranes onder het toeziend oog van vele toeristen, en zien ontelbare leuke dorpjes en aanlegplekken.

We maken nog een uitstapje over Canal de Jonction en Canal de la Robine voor een weekje Narbonne en uiteindelijk komen we eind oktober aan in Castelnaudary waar we de winter doorbrengen en het erg gezellig vertoeven is met veel andere overwinteraars.

5 maanden later…

Eind maart 2025 komt alles weer tot leven en zo ook de sluizen en de panden in het kanaal die leeg waren deze winter en nu weer gevuld zijn. Het varende leven kan weer beginnen.

Door hele harde wind (Tramontana) gedurende een week gaan de trossen pas op 5 april los. Dit keer varen we eerst de richting van de Atlantische Oceaan op. Voor ons onbekend en nieuw. Het is net als vorig jaar weer fantastisch varen op het Canal du Midi.

De tweede vaardag komen we bekenden tegen met boot PETRA die de andere kant op gaan. Zij varen terug richting Nederland dit jaar. We hebben allebei de rem erop gegooid, vastgemaakt en we zijn gezellig een middag en avond samen blijven liggen en bijkletsen.

Overnachten in Toulouse

Vervolgens leggen we na een paar mooie overnachtingen aan in Toulouse. Een voor ons totaal onbekende stad, maar wat is het hier leuk. We zijn een week gebleven en hadden nog wel een paar weken willen blijven. Dat wordt voor de terugweg.

Garonne in Toulouse

We vervolgen onze reis en gaan Canal Latéral de la Garonne op. We zijn al gewaarschuwd dat er de eerste twee dagen niet veel aan is. Spoorlijn, autoweg, industrie en rechttoe, rechtaan. Dit klopt helemaal.

Vanaf Montech wordt het allemaal een stuk mooier. In Montech zelf is een museum in en rond de oude scheepslift die daar ooit is gebouwd, maar nagenoeg niet gebruikt.

Aanraders: Moissac, Vianne en Lavardac

We blijven een paar dagen in onder andere Moissac – ook een aanrader. Hier komen veel wandelaars die op weg zijn naar Santiago de Compostela. De wandelroute (Chemins de Saint-Jacques de Compostelle) loopt hier doorheen. Er zijn hier speciale mogelijkheden tot overnachten voor de wandelaars. Ook bevindt zich hier een prachtig klooster: Saint-Pierre Abbey.

We passeren Pommevic, Valence d’Agen, Agen en Sérignac-sur-Garonne. Hierna volgt Buzet-sur-Baïse. Bij Buzet slaan we rechtsaf en gaan een tweetrapsluis door om het riviertje de Baïse op te draaien.

De Baïse is een hele leuke rivier van zo’n 181 kilometer lang, die bevaarbaar is over ongeveer 60 kilometer tot Valence-sur-Baïse. Maar wij kunnen maar varen tot aan Lavardac. De sluis bij Vianne en die bij Lavardac zijn ongeveer 30 x 5 meter, maar de sluizen hierna (Nérac, Moncrabeau, Condom, Valence) meten nog maar 4,15 meter breed. En dat gaat toch echt niet lukken met onze breedte van 4,25 meter.

Vianne en Lavardac zijn echt de moeite waard. Vanuit Lavardac zijn we met de fiets naar Nérac gefietst. Dit is wel het mooiste dorp aan de Baïse. Hieraan mag een bezoek niet ontbreken.

Nérac

We hebben meerdere keren gehoord dat wij de Baïse niet op zouden kunnen omdat het maximaal 1 meter diep is, en wij zijn 1,05 meter. Echter we hadden 2 tot 3 meter water onder de kiel. Eén stukje voorbij de spoorbrug was het maar net iets meer dan 1 meter (gedurende 1 of 2 meter), maar in ieder geval prima te doen. Wellicht dat het waterniveau in bijvoorbeeld september lager is, wanneer er een warme zomer achter de rug is.

Gezelligheid in Castelnaudary

Na ons uitstapje naar deze rivier besluiten we om te keren, daar we nog een hoop leuke dorpjes en stadjes op ons verlanglijstje hebben staan. We varen de route terug naar Castelnaudary met de nodige stops en uitstapjes (vanuit Valence d’Agen met de fiets naar het zeer mooie hooggelegen Auvillar).

Op het stuk heen en terug zijn we verschillende keren bekende mede-vaarreizigers tegengekomen. Onze Belgische vrienden van de RHEA en de ELIZE, onze Nederlandse vrienden van de CHARISMA. Twee Engelse dames die hun boot (ANNABELLE) op zijn wezen halen in Saint-Jean-de-Losne, enzovoort. Het leidt altijd tot een gezellig samenzijn.

Ook hebben we weer veel nieuwe mensen uit diverse windstreken leren kennen. Dat is eigenlijk één van de leukste dingen van het varen. Al deze verschillende mensen met allemaal hun eigen verhaal.

Aankomst Castelnaudary

In Castelnaudary blijven we een paar dagen en laten onze tanks vullen door een tankauto die aan de kade komt. Het scheelt al zo’n 0,50 € per liter ten opzichte van vorig jaar. Toch de moeite wanneer je meer dan 1.000 liter kwijt kunt.

De rollen volledig omgedraaid

We varen richting Carcassonne na een mooie tussenstop in Villesèquelande.

We spreken in Carcassonne af met Jan en Pien die we hebben leren kennen tijdens een van onze ontdekkingstochten in de Montagne Noire afgelopen winter (met de auto). Zij hebben onlangs Nederland verruild voor het Zuid-Franse in de buurt van Mazamet.

We kunnen op dit moment niet zeggen: het koude Nederland verruild voor het warme Zuid-Frankrijk, want de rollen qua weer zijn het laatste halfjaar volledig omgedraaid. Waar het in Nederland al vanaf half maart fantastisch weer is, is het in Zuid-Frankrijk erg winderig, regenachtig en zeker niet warm: zelfs de Franse bevolking klaagt er massaal over.

We nemen nog een gezin uit Zürich mee aan boord. Vader, moeder en twee kleine mannen. Zij varen een paar sluizen met ons mee, om vervolgens hun weg per fiets (naar de camper) weer te vervolgen.

Wachten op de wind in Narbonne

We passeren Trèbes, Homps, Paraza, Ventenac-en-Minervois, Somail en slaan daarna, zonder dat het de bedoeling is, toch weer af naar Narbonne. We blijven twee weken in Narbonne. Het is een erg gezellige, leuke stad: niet te groot en overzichtelijk.

We leren daar twee jonge mensen kennen met een dochtertje en een kleintje in aantocht (die ondertussen geboren is) met hun boot HIGHLANDER. Zij zijn van Bretagne en werken beiden aan boord. Zij varen ook heel Frankrijk door al werkende. Toch een mooi bestaan als je jong bent en het zo kunt combineren.

We blijven hier wachten tot de wind geluwd is – het blijft maar waaien (ondertussen wel prima temperaturen) – want we willen naar Port la Nouvelle en vanaf daar over de Middellandse Zee wederom naar de zeehaven van Agde.

Middellandse Zee

Lange bossen en witte toppen

Na twee weken is het zover. De voorspellingen qua wind zijn prima voor de eerstkomende vier dagen. We varen eind mei verder over het Canal de la Robine.

Ook dit is speciaal, want ook hier zijn we door menigeen gewaarschuwd dat het laatste stuk van dit kanaal (dus vanaf Narbonne) niet onderhouden is en veel te ondiep en vol met waterplanten. We wagen het erop.

Canal de la Robine richting Port la Nouvelle

Het is ontzettend mooi varen. We komen twee sluizen tegen die op dubbel rood staan (ondanks dat we de dag voor ons vertrek de mensen van de VNF hadden geïnformeerd). Geen probleem, we hebben geen haast en de VNF is er binnen een kwartier in beide gevallen.

We varen door de ETANGS en langs bossen, we zien de witte toppen van de Pyreneeën in de verte. Dit is echt prachtig. Een zeer bijzondere ervaring.

De laatste 100 meter net voor Port la Nouvelle is het inderdaad erg ondiep en moeten we wel een beetje baggeren, maar het lukt allemaal en de planten zijn nog niet gegroeid – waarschijnlijk, want die komen we niet tegen.

We blijven een nacht in Port la Nouvelle, waar een zeer aardige havenmeester ons een prima plek geeft. De volgende morgen vertrekken we om 06:30 uur. Het is windstil weer en de zee mooi rustig, enkel de deining is wat aanwezig. De oversteek verloopt prima. Zo’n 35 tot 40 kilometer met 4,8 knopen.

Om 12:30 uur leggen we aan op onze toegewezen plek in de zeehaven. Hier blijven we weer een maandje om wat vrienden en familie die op vakantie zijn of komen te ontmoeten.

Al met al weer een fantastische reis en volgende maand varen we langzaam verder richting Avignon om het ‘tegenstroomvaren’ op de Rhône te proeven. Daarna zakken we weer af voor nog een winter Zuid-Frankrijk.

Prettig varen met Waterkaarten aan boord

Ook dit jaar hebben we geprobeerd weer zoveel mogelijk foto’s en tips van sluizen en bruggen toe te voegen aan de Waterkaarten app en hebben we wat informatie doorgegeven die het team wellicht kan gebruiken voor de informatievoorziening in de app.

Wij merken toch altijd dat het prettig is als je met de Waterkaarten app vaart, je bij de verschillende kunstwerken, informatie kunt vinden of afbeeldingen. Maar zeker ook havens en haltes nautique. Dit maakt het navigeren toch weer een stukje makkelijker, en als we elkaar zo kunnen helpen is dat helemaal leuk.

Geniet allemaal van weer een mooi vaarseizoen dit jaar.

Auteurs: Marisca en Erik-Jan

Meer vaarroutes van Waterkaarten? Ontdek ze hier!